Vandaag word je 7. Op deze bijzondere dag sta ik stil bij mijn grote troost, lichtpunt en gids; want dat ben jij. Deze dag markeert ook het einde van je zevende levensjaar. Een bizar jaar. Want vlak voor je zesde verjaardag werd je geconfronteerd met de boodschap van een doodziek zusje en kort daarna zag je daar de eerste symptomen van; Maxine kon niet meer lopen en dansen. Samen spelen werd lastiger. Nog geen tweeënhalve maand later was ook jij Maxine definitief kwijt en lagen je papa en mama, opa’s en oma’s, oom en tante en onze beste vrienden in puin. Maar ondanks dit grote verdriet ging jij verder. In de chaos heb je met al je kracht en enthousiasme je leventje weer opgepakt. En ons nam je daarin mee.
Verdriet en vreugde mogen én kunnen naast elkaar bestaan. Jij maakt het elke dag duidelijk.
Dat deed je vanaf het eerste moment. Oma en ik waren Maxine aan het wassen en aankleden, zodat we haar op haar eigen bedje konden opbaren. Een deur verder, op jouw kamer, was jij iedereen die kort daarvoor afscheid had genomen van je zusje, dansles aan het geven. Zelfs de uitvaartverzorgster moest eraan geloven. Na een van de verdrietigste momenten uit hun leven volgden er alweer lachsalvo’s door ons huis. En dat is zo gebleven. Verdriet en vreugde mogen én kunnen naast elkaar bestaan. Jij maakt het elke dag duidelijk. Vooral door er te zijn. Daar ben ik je zo dankbaar voor. Wanneer ik ’s ochtends wakker word en door de pijn en het gemis opzie tegen de dag, moet ik toch mijn bed uit. Of eigenlijk; wíl ik mijn bed uit. Voor jou. Want voor jou telt een nieuwe dag waarin van alles moet en mag gebeuren. Daar wil ik onderdeel van zijn. Misschien nog wel meer dan voor het overlijden van Maxine. Omdat ik weet hoe kwetsbaar het leven is. En, soms ongewild, omdat mijn ogen nu vooral op jou gericht zijn, mijn prachtige dochter.
Waar Maxine automatisch altijd in mijn hart en hoofd is, gaat bijna al mijn gerichte aandacht uit naar jou, lieve Amélie. Ik ben er op gefocust dat het goed gaat met je en ik geniet ervan om me samen met jou te verliezen in het moment. Dan lukt het me de ellende om me heen even te vergeten. Heerlijk lachen met je om onze rare fratsen en gekke dansjes, jou zien genieten van ons samenspel en onze kookkunsten. Onze gesprekjes zetten me aan het denken, bijvoorbeeld als je me vraagt wat ik later wil worden of als je me duidelijk maakt dat je over bepaalde dingen niet wil praten. Eén daarvan is het gemis van je zusje. Het doet me pijn dat we het bijna niet over Maxine kunnen hebben, want ik vind het fijn om haar samen met jou te herinneren. Ik leef op als ze in jouw verhalen de revue passeert. En ik word verdrietig als je het gesprek weer afkapt en zegt; ‘moeten we het daar nou alweer over hebben?’ Liever kijk je naar haar foto’s, knuffelt haar knuffels, luistert jullie liedjes of maakt een tekening met Maxine erop. Of je praat over Maxine met de rouwbegeleidster of iemand anders. Hoezeer ik er ook voor pleit dat jij het verlies op je eigen manier verwerkt, ik worstel ook met mijn wens om herinneringen aan Maxine met je te delen.
Je praat er niet graag over omdat je mama liever niet verdrietig ziet. In plaats daarvan probeer je me aan het lachen te maken en volg je me overal in huis om te controleren hoe het met me gaat. Superlief, al wil ik helemaal niet dat jij voor mij moet zorgen. Ik wil gewoon een normaal gezin zijn. Maar dat zijn we niet. Nooit meer. Het maakt me boos. Boos dat jij met dit lot verder moet. Ik zeg vaak tegen mensen: ‘het ergste vind ik het voor Amélie’. Ik vind het erg dat jou dit als zesjarig meisje is overkomen. Dat jouw onbezorgde jeugd zo snel voorbij is. Dat je voor altijd je zusje kwijt bent; geen maatje meer hebt waar je mee kunt keten, geheimen mee kunt delen, of ruzie mee kunt maken. Dat je nooit tante zult worden. Dat je twee ouders hebt die emotioneel lang niet altijd beschikbaar voor je zijn. Daarover maak ik me zorgen. Hoewel we er alles aan doen om jou toch een zo goed mogelijke jeugd te geven, stel ik mezelf vaak de vraag: doe ik het wel goed? Ben ik er wel genoeg voor je? Ik kan me voorstellen dat menig moeder en ouder zich in deze vraag zal herkennen, maar toch; in ons gezin staat er veel op het spel. Omdat je al zoiets heftigs hebt meegemaakt, is onze grootste wens meer dan ooit dat het goed met je gaat en dat je gelukkig bent.
Soms denk ik weleens; waarom voed ik nog op? Wat kan ik jou nog leren over het leven? Het afgelopen jaar ben je, ongewild, zo wijs geworden dat je mij vaak, samen met Maxine, de weg wijst in plaats van ik jou.
Ik wil zeker weten dat ik er alles aan doe om je daarbij te helpen, terwijl ik vaak niet weet hoe. Positieve ervaringen? Veel aandacht? Soms geniet je daar intens van, soms vind je mij een bemoeial. ‘Jullie bepalen niet over mij!’, roep je dan. Het liefst pak je dan de regie over alles en vind je het heel lastig om iets te ‘moeten’. Ik snap je reactie heel goed, maar ik wil je ook opvoeden en leren waar de grens is. Elke opvoedkundige vraag krijgt zoveel extra lading. Opvoeden is al moeilijk, het opvoeden van een rouwend kind lijkt soms onmogelijk. Eerlijk gezegd weet ik vaak niet wat normaal is sinds ons leven deze absurde wending heeft genomen.
Soms denk ik weleens; waarom voed ik nog op? Wat kan ik jou nog leren over het leven? Het afgelopen jaar ben je, ongewild, zo wijs geworden dat je mij vaak, samen met Maxine, de weg wijst in plaats van ik jou. Je ontwikkeling gaat razendsnel. Dat zag ik bijvoorbeeld aan het prachtige schoolrapport dat je vorige week mee naar huis nam. Je hebt je draai in groep 3 duidelijk gevonden en gaat als een speer. Zo knap van je. Ik glim van trots. Mijn vertrouwen in jou is groot en groeit met de dag. Ik weet zeker dat jij je weg blijft vinden en de veerkracht hebt om goed met het verlies en verdriet om te (leren) gaan. En met ‘goed’ bedoel ik dat alles er mag zijn. Dat laat je me niet altijd zeggen, maar ik hoop zo dat je het voelt. Dat wens ik je toe in je achtste levensjaar. En nog veel en veel meer. Gefeliciteerd met je verjaardag lieve Amélie.
Geef een reactie