Gelukkig, behalve een paar watervogels is er nog niemand. Terwijl hij de eendenvleugels op het water hoort slaan stalt hij zijn fiets tegen een van de bomen. Het duinmeer is op haar mooist als het stil is. Er is niks fijner dan het vlakke water te ontmaagden terwijl de dauw langzaam verdwijnt. Alsof de mist in zijn eigen hoofd dan ook optrekt. Nog slaperig trekt Hans zijn kleren uit. Hij verlangt naar het koele water op zijn lijf waarmee hij de nacht van zich af kan spoelen. Eén voor één legt hij zijn kleren nauwkeurig gevouwen op de bagagedrager, erop vertrouwende dat ze er nog liggen als hij klaar is met zijn rondje. Zijn vingers spreidt hij in de badmuts om deze passend om zijn hoofd te krijgen. Lekker zit het niet, maar het voorkomt dat hij straks met natte haren weer de fiets op moet naar kantoor. Als hij zijn nieuwe duikbril op zijn neus en ogen drukt, snuift hij de geur van het rubber op. Snel scant hij de omgeving voordat hij z’n onderbroek uit trekt. Zijn lijf voelt nog warm van de slaap als hij het water inloopt en langzaam alle lichaamsdelen wakker schudt. Vlak voordat hij er met zijn schouders in gaat wacht hij. Diep ademhalen en dan kopje onder. Als hij boven komt ervaart hij een niet te evenaren gevoel van vrijheid. Hans spreekt met zichzelf af dit gevoel vandaag vast te houden en zich niet te laten proppen in een keurslijf of stramien. Beheerst en bewust maakt hij zijn zwemslagen. Na een tijdje stopt hij. Zijn ademhaling komt, als tijdens een meditatieoefening, in een rustige cadans. Hans staart voor zich uit. Eerst dromerig, later zorgvuldig alles in zich opnemend. Het bos aan de ene, het duin aan de andere kant. Mooi hoe deze twee uitersten tegenover elkaar liggen en toch één geheel zijn. Zo probeert hij ook naar zichzelf te kijken. Op het strandje voor hem ziet hij zo nu en dan een hardloper voorbij snellen. Hij voelt zich verbonden met hen, zij die ook grensverleggend bezig zijn. De zandkastelen op de grens van het water herinneren hem aan de, waarschijnlijk gillende, kinderen die hier gisteren speelden, onder het wakende oog van hun bezorgde moeders. Hij kan zich nauwelijks voorstellen dat dit tafereel zich vanmiddag hier weer zal afspelen.
Geef een reactie