Blog #11 voor Zorgdragers: Gespreksleider. En ineens gaat het over mij. Wat nu?

In deze blog: hoe blijf ik in contact met mezelf en mijn ervaring als gespreksleider in een groep?

Steeds vaker breng ik mensen met elkaar in gesprek over rouw, verlies en (kinderpalliatieve) zorg. Daarbij weet ik dat mijn persoonlijke ervaring met het verliezen van Maxine waardevol is, maar ook kan overweldigen. Al een tijd worstel ik op verschillende momenten met vragen als: hoe en wanneer zet ik mijn eigen ervaring in? Ik nam deel aan de vierdaagse training Spannende Interventies in groepen om te ontdekken hoe ik in contact kan zijn met mezelf en mijn ervaring in een groep als gespreksleider.

Graag deel ik drie belangrijke inzichten en nieuwe begrippen die ik meenam uit deze training.

Ontwikkel negative capability als gespreksleider: deal met ‘niet weten’

Tijdens een oefening waarbij ik in gesprek wilde komen met de deelnemers over hun verlies kwam plots mijn verhaal centraal te staan. Mijn angst dat mijn verhaal te veel ruimte inneemt werd zichtbaar. Gek eigenlijk, want ik vind dat verhalen van rouwende ouders niet verstopt moeten worden. Trainers Charles Engelen en Chris van Wijk leerden me vervolgens dat het juist nuttig is om je eigen spanning te leren kennen. En te leren herkennen wat je geneigd bent te doen, als die spanning zich voordoet. Charles Engelen: ‘Als je jezelf beter kent, kun je je eigen spanning en alle emoties en gedoe in een groep leren ‘containen’. Dat betekent: ze omvatten en zo in bedwang houden. Daarmee worden ze hanteerbaar. Om dat te kunnen moet je verdragen dat je nog even de uitkomst niet weet. Dat vermogen om onduidelijkheid te verdragen heet negative capability.’ Dit inzicht nodigde me uit om mijn verhaal er meer te laten zijn. En te ervaren wat er gebeurt als ik niet terugdeins om mijn verhaal centraal te laten staan, als een bal op de middenstip. Mogen mensen mijn verhaal zien, inclusief alle emoties die het verhaal oproepen, en er vragen over stellen? En lukt het mij vervolgens hen vragen te stellen over hun rouw en verlies?

Voorkom contaminatie: vul de ruimte niet met je eigen verhaal en emotie

‘Wanneer breng ik wel en niet mijn persoonlijke ervaring met rouw en verlies in in een groep die ik begeleid?’ vroeg ik de trainers. Hun antwoord leerde me over het begrip contaminatie: ‘het ‘vervuilen’ van het gesprek van de groep met je eigen projecties en opvattingen over het thema. Charles Engelen: ‘Helemaal niet contamineren kan niet, want je neemt jezelf altijd mee, ook als gespreksleider. Maar het is belangrijk dat je je bewust bent van het contaminerende effect dat je hebt. Puur door aanwezig te zijn. Je kunt zogezegd niet niet-interveniëren.’ Om onnodig contamineren te voorkomen, moet ik me telkens afvragen: draagt het bij aan het gesprek van de groep, als ik mijn ervaring nu inbreng, of beperkt het de anderen in hun ruimte om hun verlies te delen?

Bied de groep houvast door taak, tijd en plaats te benoemen

Als oefening ging ik met de deelnemers in gesprek over het omgaan met verlies. Ik ervoer dat de tijd nemen voor een veilige sfeer, uitspreken dat elk verlies er mag zijn en benoemen dat het spannend kan zijn, mensen uitnodigt te delen. Waar ik het idee had dat zoveel mogelijk ruimte geven helpend was, leerde ik van de trainers hoe belangrijk het is houvast te bieden door tijd, taak en plaats te begrenzen. En zelfs dat door het ontbreken van voldoende houvast een groep onbewust elders houvast probeert te vinden of losraakt van de taak door defensief gedrag. Helder maken wat we precies gingen doen en dat samen formuleren, vertellen hoe we de tijd indelen en duidelijkheid geven over de manier waarop we uitwisselen, gaf de veiligheid waar deelnemers naar op zoek waren. Of zoals iemand het verwoordde: ‘Dan weet ik dat jij het in de hand hebt’.

Met deze inzichten ga ik aan de slag. Dus wil je in gesprek over rouw, verlies en/of zorg? Leg die bal dan vooral bij mij neer.

Zorgdragers

Deze blog schreef ik voor Zorgdragers; netwerk van gedreven professionals met hart voor de zorg waar ik bij aangesloten ben. Ik deel mijn ervaringen en de impact op mijn eigen leven met voorbeelden uit de praktijk waar ik bijdraag aan betere kinderpalliatieve zorg in de rol van ervaringsdeskundige, aangevuld met mijn expertise als communicatieprofessional. Ik vind dat alle ernstig zieke kinderen en de mensen om hen heen de allerbeste zorg verdienen én voldoende aandacht voor hun rouw en (levend) verlies. Het maakt het allerergste draaglijker. Deze drive werd in mij wakker na het verliezen van Maxine, toen ze 3 jaar oud was.

In gesprek met rouw- en verliestherapeut Tanja van Roosmalen en ouders, verzorgers en brussen tijdens het symposium van Vereniging Kinderkanker Nederland ‘Als je kind is overleden aan kanker, hoe ga je dan verder als gezin’ (foto: Shannen Stolte)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *