Blog #8 voor Zorgdragers: Weer diezelfde angst

‘Door wat er vier jaar geleden gebeurd is zit ik qua zorgen meteen tegen het plafond!’, snik ik tijdens het spreekuur. De huisarts begrijpt mijn zorgen en stuurt me direct door naar de mammapoli. Thuis groeit alsnog de onzekerheid over wat ze heeft gezegd over de gezwollen melkklieren in mijn borst waar ze de knobbel mee associeert. Heeft ze bewust niks van die gevoelloze arm gezegd? Tegen alle adviezen in google ik: ‘borstkanker en pijn in arm’. Op mijn mobiele scherm staat wat ik niet wil weten: ‘klachten die bij uitgezaaide borstkanker horen: veranderingen in het gevoel in armen en benen, zoals tintelingen, een doof gevoel of helemaal geen gevoel.’ Mijn adem blijft ergens halverwege mijn longen steken. Ik krijg argwaan. Klopt het wel dat ze me doorstuurt naar de mammapoli ‘om slecht nieuws uit te sluiten en me gerust te stellen’? Ik herinner me de neuroloog die dezelfde woorden sprak over mijn jongste dochter. Drie-en-een-halve maand later overleed ze aan een hersenstamtumor. Doodsbang ben ik haar te volgen naar een plek waar ik mijn geliefden misschien nooit meer zal zien.

Smoothie-bowl

Word ik echt het tweede gezinslid die deze ellendige ziekte treft? Dat kan het leven ons toch niet wéér aandoen? Tijdens de lunch bij het favoriete tentje van mijn oudste om haar vakantie in te luiden trekken deze gedachten door mijn hoofd. Een moment waar ik me op verheugd heb. Maar met de nieuwe kennis lepel ik stilletjes de smoothie-bowl van mijn bord. Het enige gerecht op de kaart dat gemakkelijk naar binnen glijdt onder deze stressvolle omstandigheden. Jaloers kijk ik om me heen naar gelukkige gezinnen en voel dezelfde tweedeling als toen. Weer ben ik overgestoken van de zorgelozen naar de bezorgden. ‘Misschien komt die pijn in je arm gewoon door vermoeidheid of ben je overwerkt?’, probeert mijn man in de hoop me op andere gedachten te brengen. In een poging mezelf te wapenen tegen onheil luister ik niet. Andere oorzaken willen mijn hoofd niet in.

Jaloers kijk ik om me heen naar gelukkige gezinnen en voel dezelfde tweedeling als toen. Weer ben ik overgestoken van de zorgelozen naar de bezorgden.

Drie keer raden

Uitgeput loop ik met mijn man door de gangen van het ziekenhuis, waar zoveel tranen van ons liggen. Hoe zal ik straks het pand verlaten? ‘Eerst de feiten, dan pas verder denken’, probeert hij. Maar ik ben alleen maar bang. Bij de balie van de afdeling Radiologie staat een moeder met haar dochter. Het meisje moet een MRI ondergaan. Ik zie mezelf daar weer staan en voel de vrees van toen. Alsof ze weten hoe gespannen ik ben roepen ze me eerder. De verpleegkundig specialist merkt dat ik nerveus ben. ‘Voor de pijn van het onderzoek of de uitslag?’, vraagt ze automatisch. Drie keer raden, denk ik. Om me gerust te stellen zegt ze niks geks te zien als ze tussendoor naar de foto’s kijkt. Mijn adem begint te zakken. Die zakt nog verder als de radioloog een echo maakt: ‘Het ziet er prachtig uit, je huisarts had gelijk’. Buiten omhels ik mijn man. Aan de knuffel merk ik dat hij diezelfde angst ook weer even voelde.

Zorgdragers

Deze blog schreef ik voor Zorgdragersnetwerk van gedreven professionals met hart voor de zorg waar ik bij aangesloten ben.  Ik deel mijn ervaringen en de impact op mijn eigen leven met voorbeelden uit de praktijk waar ik bijdraag aan betere kinderpalliatieve zorg in de rol van ervaringsdeskundige, aangevuld met mijn expertise als communicatieprofessional. Ik vind dat alle ernstig zieke kinderen en de mensen om hen heen de allerbeste zorg verdienen én voldoende aandacht voor hun rouw en (levend) verlies. Het maakt het allerergste draaglijker. Deze drive werd in mij wakker na het verliezen van Maxine, toen ze 3 jaar oud was.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *