Vandaag is ongewild jouw dag geworden. De dag dat je ons, een jaar geleden alweer, los moest laten. Dat voelt gek. Want al 365 dagen leef ik zonder jouw fysieke nabijheid en wonderbaarlijk genoeg haal ik nog steeds adem. Als ik terugkijk zie en voel ik wat een barre tocht het was met ontelbaar veel hindernissen. Vaak onzichtbaar voor de buitenwereld, maar keihard voelbaar voor mij, papa en Amélie. Bijvoorbeeld: de tafel dekken voor drie in plaats van vier personen en tijdens het eten staren naar jouw verlaten plek aan tafel. Langs je kamertje lopen, wetende dat je daar nooit meer zal slapen. Kleren zien hangen in winkels die jou prachtig hadden gestaan. Het lege zitje achter op mijn fiets. Jouw handje nooit meer in de mijne. Ouders twee kinderen naar school zien brengen. Trotse papa’s en mama’s horen vertellen hoe hun kroost leuk samenspeelt én ruziemaakt. Incompleet zijn tussen complete gezinnen. Amélie troosten omdat ze zich alleen voelt en nooit meer jouw oudste zus kan zijn. Snoepen, dansen, zwieren, zwaaien, zingen, gillen en beseffen dat jij dat allemaal niet mee mag maken. Nieuwe dingen die ik niet met je kan delen, terwijl ik dat zo graag wil. Jou nooit meer ruiken, voelen, horen of zien.

Dat voelt gek. Want al 365 dagen leef ik zonder jouw fysieke nabijheid en wonderbaarlijk genoeg haal ik nog steeds adem.

Omgaan met deze hindernissen is een nieuwe manier van leven geworden. Verdriet komt nog steeds in stukjes. Bij elk nieuw stukje maak ik de keuze; durf ik het verdriet echt toe te laten, je gemis te voelen en mijn verlies te ervaren? Hardop te denken dat je weg bent en nooit meer terug komt? Als ik het aandurf dan word ik uitgehold door het verdriet. Daarna vul ik me met liefde voor jou… je voelt dan zo dichtbij! Dat zijn de momenten waarop ik echt mezelf kan zijn en me verbonden voel met mijn omgeving. Soms zijn de hindernissen nog te moeilijk. Zoals meedoen met gesprekken over ditjes en datjes of leuke dingen doen met alleen papa en Amélie. Uit een soort zelfbescherming ontwijk ik die situaties wel eens of ik doe net of ze er niet zijn. Op die momenten ben ik, vanuit mijn eigen luchtbel, een toeschouwer van mijn eigen leven. Dat is dan even oké. Iets anders dat ik lastig vind is dat jij, buitenshuis, nergens fysiek een plek meer hebt. De kindjes en veel leidsters op je kinderdagverblijf zijn vertrokken. Op de basisschool ben jij nooit aangekomen. Hoewel ik weet dat heel veel mensen een monument voor jou in hun hart hebben opgericht wil ik alles van jou zo graag tastbaar maken en behouden. Hoe fijn is het daarom dat onze oude buurman je heeft vereeuwigd op een prachtig schilderij dat hij afgelopen week bij ons kwam brengen. Ik werd er stil van. Daarmee krijg je er straks weer een plekje bij. Met het portret van je zus ernaast, dat nog in de maak is.

Portret Maxine

Portret Maxine

Ondertussen leren wij stapje voor stapje leven met jouw fysieke afwezigheid. Ze zeggen dat de tijd helpt om de pijn te verzachten. Daarom ben ik ook opgelucht dat het eerste jaar erop zit. Maar als ik nu vooruit kijk zie ik dat ongeveer hetzelfde parcours weer voor ons ligt. We gaan het tweede jaar in zonder jou, Maxine. En ik kijk er niet naar uit. Eigenlijk ben ik het na een jaar gewoon meer dan beu. Ik wil jou terug en verder gaan waar we gebleven waren. Helaas is de weg die we bewandelen de enige die we kunnen en moeten gaan, met jou denkbeeldig voorop. Jij bent immers de moeilijkste weg gegaan, doordat je ons los moest laten. Alleen daarom al ben en blijf je onze heldin.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *